De Folkloristische dansgroep Stedeker Daansers verzorgt graag Klederdrachtenshows. Wat kunt u tijdens zo’n Klederdrachtenshow verwachten?
Er wordt kleding geshowd uit de 19e en 20e eeuw. Wij hebben een kostuum van rond 1850, dit noemen wij het Franse Kostuum. Dit is een kleurig kostuum, omdat dit de mode was in die tijd. Hierbij wordt een prachtige Cornetmuts gedragen, de voorloper van de knipmuts.
Verder gaan we het hele jaar door met diverse kostuums, te beginnen met de
Nieuwjoarwinners, mannen en vrouwen.- Werkkleding, mannen en vrouwen, in en uit de rouw.
- Brulftenneugers, goastok, enz.
- Bruidskleding, en toebehoren.
- Zondagse kleding (zie foto), in en uit de rouw, mannen en vrouwen. Inclusief de sieraden, deze zijn vaak nog van grootouders of nog oudere familieleden, door vererving in de familie gebleven.
- Oogstkleding, met de attributen erbij. Voor mannen en vrouwen.
- Slachtkleding, alleen voor de vrouwen, deze gingen in de buurt helpen.
- Marktkleding, smidskiel en gekalanderde schort.
- En natuurlijk ons Danskostuum, Winter en Zomer voor de dames.
- Nachtkleding.
Danskostuum
Door de eeuwen heen zijn er diverse kleuren en modellen in de mode geweest. Ons danskostuum voor de dames is voor de winter een Schootjak en Rok. Voor de heren een zwart lakens pak; beiden zijn ongeveer van het jaar 1900. De modekleur van die tijd was zwart. Dit was gemakkelijk. Het was te dragen bij iedere gelegenheid, een bruiloft en een begrafenis. Wanneer we optreden in het buitenland, krijgen we vaak complimenten voor de keurige kleding.
Herenkostuum
Bestaat uit een zwart lakens pak. De broek is een zogenaamde klepbroek, met knopen. Een rits was er nog niet in 1900. Verder is er een slipjas. Hieronder wordt een vest gedragen en natuurlijk hoort hier een horlogeketting met een horloge op. Dan wordt het befje zichtbaar. Dit wordt ook wel het boerenbedrogje genoemd, omdat het een heel duur iets lijkt, maar het zijn maar een paar bandjes met een strikje. Hieronder zit een gestreept blauw vissersboezeroen, met een dreijlasse (een vierkant okselstuk). Ook hoort er een pet bij het herenkostuum. Hieromheen zit een band in eikenbladmotief. De heren dragen zwarte eigen gebreide sokken. En natuurlijk wit geschuurde klompen.
Dameskostuum
Bestaat ’s winters uit een zwart schootjak en een rok. Beide zijn gemaakt van dezelfde stof, een fijne soort laken, of tibet. Onderlangs deze rok zit een pluusband. Dit is een stootband ter bescherming van de zoom. Verder dragen de dames nog 2 onderrokken. Onder de bovenste rok wordt een noadzak gedragen. Deze is te bereiken via de rechter zijnaad, waarin een opening is. In deze noadzak worden de portemonnee, zakdoek en kastanje bewaard. Hieronder zit de damastenrok. Dit is een soort petticoat, staat een beetje uit en kan geweven zijn in een bloemmotief. Daar weer onder zit de katoenen gestreepte onderrok. Deze bevat soms een aantal oprijgen. In de zomer dragen de dames geen winterjak, maar een kroplap (rumke). Dit is van katoen, met eenzelfde gekleurd halsbandje. Op het hoofd dragen de dames een zwart kapje, met daarover in de winter de knipmuts. Deze is van kant en tule, voor het zomerjak hebben we een kapertje of troelamuts. Deze is van broderie gemaakt met batisten stroken voorlangs en een opstaand batisten stuk, met daaraan smal katoenen kant. Dit moet katoen zijn anders wil het geen stijfsel aannemen. Verder wordt er door de dames een mandje, “spoormandje”, meegenomen. Vroeger werden hier de boodschappen ingedaan, of wanneer men op visite ging nam men een koek mee.
Sieraden
Deze worden alleen bij het Zondags kostuum gedragen. Op het winterjak wordt een gouden broche gedragen, deze zijn meestal afkomstig uit de familie van de Daansers. Wij zijn aan deze kleding gekomen door bij families en bekenden te informeren en kostuums te bekijken uit het jaar 1900. Ook over de sieraden en hoe de kleding gedragen werd zijn we op bovenstaande manier een heleboel te weten gekomen.
Voor verdere informatie over de Kledingshows en prijzen kunt u terecht bij het secretariaat. Hier kunt u ook reserveren.
